De erfenis van pastoor Petrus De Swert - Gemeentelijke Heemkundige Kring Belledaal Affligem

Gemeentelijke Heemkundige Kring Belledaal Affligem
Ga naar de inhoud
Herondekt > Artikels
De erfenis van pastoor Petrus De Swert (+ 1771)[i)

 
Petrus De Swert (ook De Sweirt), pastoor te Essene sedert 1742 overleed op 14 december 1771. De dag ervoor had hij, sieck te bedde ligende nochtans sijne memorie, vertand ende vijf sinnen overal wel machtigh wesende, door notaris Martinus Crick van Asse zijn testament laten opmaken. Als executeur duidde hij Rumoldus De Cuijper, pastoor van Hekelgem aan. Dit is zijn uijtersten wille:
 
  1. Zijn uitvaart moet volgens zijn stand gebeuren, er moeten 30 missen worden opgedragen en dat zijn lijkbaar moet naar discretie van de executeur worden versierd.
  2. Françoise Van Boxel, zijn meid, mag, voor haar goede en getrouwe dienst, voor de rest van haar leven van de hofstede aan Den Conckel gratis de grote kamer, de kleine keuken, de kelder en de zolder gebruiken of tot haar profijt verhuren. Zij krijgt ook het erf van 8 roeden van Het Withuis, rechtover de hofstede gelegen en mag er het water halen.
  3. Onmiddellijk na zijn overlijden moeten tot lafenis van zijn ziel 12 gezongen requiemmissen en 100 gelezen requiemmissen met de psalmen misrere en deprofundis worden gecelebreerd.
  4. Dat op de dag van zijn uitvaart 14 gulden aan de armen worden uitgedeeld.
  5. In de kerk van Essene zal jaarlijks een jaargetijde worden gezongen waarvoor de celebrant 24 stuivers zal krijgen, de koster 12 stuivers en voor de sleet aan de ornamenten en het licht 12 stuivers. De hele behuisde hofstede aan Den Conckel geeft hij daarvoor als onderpand.
  6. Romanus Petrus Van den Abeele, zijn peter, schenkt hij 50 gulden.
  7. De kinderen van Jan De Swert krijgen Den Swijnenput, gelegen in de parochie van Bonheiden; het Claeverenvelt, ook gelegen in Bonhieden is voor de kinderen van Joannes De Swert; Den Holleblock, Bonheiden, is voor de kinderen van Maria De Swert; Cornelis De Swert krijgt de helft van het huis, de schuur, de stallingen, het pakhuis en de grond te O.-L.-Vrow-Waver. De andere helft zal verdeeld worden onder de vier hiervoor genoemden; Den Alsboom te Bonheiden is voor Egidius De Swert en zijn vrouw.
  8. Den Elsenbempt te Sint-Kathelijne-Waver, de resterende goederen, het geld en de meubelen in het sterfhuis dat is allemaal te verdelen onder de vijf hiervoor genoemde familieleden.
  9. Rumoldus De Cuijper, pastoor te Hekelgem, zal als executeur een behoorlijk salaris mogen ontvangen. Getuigen bij het opstellen van het testament waren koster Peter Van de Velde en Joannes Baptista Amerijckx.
  10. Zijn neef, pater Pacificius Van den Hauwera, ongeschoeide karmeliet, en zijn zus Suzanna, religieuze te s’ Hertogenbosch, schenkt hij ieder  25 gulden voor spellegeld waarvoor zij zijn ziel in hungebeden zullen gedenken.
                   
 
Verkoop van de hofstede
 
Op 15 januari 1772 kwamen Frabnçoise Van Boxel en de familieleden overeen om de hofstede te Essene te verkopen en de helft van de verkoopprijs was voor haar. Pastoor De Cuijper  gaf de verkoop in handen van notaris J.E. Adriani van Mechelen. Het ging om een  huis, stallingen, hopast en enkele afhankelijkheden met een veld daarachter, groot 1 bunder en ? roeden, gelegen in Den Conckel en gedeeltelijk in de Vijverheusel, palende aan de straat, Baltan Du Bus en Adriaan De Hauwer en belast met het eeuwigdurend jaargetijde voor pastoor De Swert. De eerste zitdag had plaats op 21 maart 1772 naer voorgaende kerckgeboden ende affixiën van billetten. De notaris stelde een bod in van 2 400 gulden. Er werd geboden tot 2 200 gulden. Op de tweede verkoopdag op 28 maart 1772 zakte de prijs tot 1 850 gulden. Tijdens de derde  en laatste zitdag op 4 april kwam er geen bod meer en de notaris wees de hoeve toe aan Joannes Baptista Van Neervelt en zijn zussen Petronilla en Albertina voor 1 850 gulden.
 
De hofstede had pastoor De Swert gekocht voor 1 324 gulden op 8 juli 1762 in Den Engel van Dominicus De Bie en zijn zus Maria, begijntje in het Broot Begijnhof te Brussel. Hij betaalde een voorschot van 24 gulden en de resterende 1 300 gulden korte hij af met een jaarlijkse rente van 52 gulden, te betalen op 22 juli. Als onderpand gaf hij de pas gekochte hoeve.
 
 
Een proces met de abdij
 
Al jaren liep er een proces van pastoor De Swert tegen de abdij bij de Souvereine Raad van Brabant. Het ging over wie de tienden van de wijk Doment toekwamen. Hij had zijn collega, pastoor Johannes Franciscus Goetghebeuer van Meldert, verboden om nog het tiende van het Domentveld te halen. Goetghebuer had immers tegen hem getuigd in het proces met de abdij. Die gaf echter niet toe, maar was wel bereid uyt gbuersaemheijt er de zieken te berechten als zij dichter bij Meldert woonden. Volgens Goetghebuer lag de schuld van de verwarring bij de monniken van Affligem die vroeger, tot hun profijt, gronden hadden gesitueerd, nu eens op Essene dan weer op Hekelgem of Meldert. De Swert was een volhouden want nog op 20 juni 1771 zond hij zijn dorpsofficier naar Goetghebuer om te protesteren en te verbieden de tiende van het Domentveld te halen. Maar Goetghebuer gaf niet toe en schakelde de aartsbisschop en de proost van Affligem in om zijn rechten te verdedigen.
 
Zijn opvolger, pastoor Ignatius Franciscus Sonneville, was met de monniken tot een akkoord gekomen en wou het lopende proces stoppen. Maar de erfgenamen verwierpen dat compromis en wilden doorgaan met de procedure. Pas in 1787 kwam er een oplossing: de zielzorg op het Domentveld werd toevertrouwd aan de pastoor van Essene[ii].
 

 
 
Overlijdensbericht van pastoor Petrus De Swert
 
Verkoop van de inboedel
 
Rekeninghe, beweijs ende reliqua van de executeur Rumoldus De Cuijper van de ontvangsten van de verkochte meubelen, boeken en hofstede en de uitgaven, gepresenteerd aan notaris Crick op 11 februari 1773. De bedragen zijn uitgedrukt in gulden-stuivers-oorden.
 
De ontvangsten
   
  • In het sterfhuis gevonden: 95 nieuwe kronen, geeft in courant geld 299-5-0; 24 nieuwe ducatons = 85-8-0; een dubbele gouden souverijn= 17-17-0; een ouden halven souverijn = 8-18-2; een gouden Hollandse ducaat = 5-18-0; 12 nieuwe kronen = 37-16-0; in kleine munten = 0-18-0.
  • een jaar landpacht van Martinus De Ridder van 1770: 48-0-0
  • een jaar landpacht van Jan De Pauw: 48-0-0
  • van Jan Van Langenhove van landpacht voor 1771:
  • van Michiel De Meerssche van pacht voor 1771: 10-0-0
  • van Jacobus De Ridder voor pacht van 1771: 6-0-0
  • van Jan Van Neervelt voor een jaar pacht: 12-0-0
  • van Martinus De Ridder op 8 juli 1772 van een jaar pacht: 48-0-0
  • van Jan Wambacq voor de pacht van 1771: 5-5-0
  • van Louis Rogiers van gekochte granen: 18-4-0
  • van Philip Van de Putte van gekochte granen: 88-16-2
  • van Jan Schoonjans van gekochte klaveren: 1-10-0
  • van verkocht hooigras: 26-0-0
  • op 15 januari van verkochte hopbellen: 136-12-0
  • van verkochte roomse bonen en pataten: 12-3-0
  • van Peter Van Overstraeten voor een zak graan: 7-1-0
  • voor een verkocht kalf: 2-16-0
  • voor het celebreren van de donderdagse mis voor 1771: 25-0-0
  • van verkochte boeken op 14 januari 1772: 98-14-0
  • van de verkochte meubelen en effecten op 15 en 16 januari 1772: 1 298-0-1
  • nog van verkochte meubelen door Jacobus De Swert: 7-18-2
  • op 26 maart 1772 ontvangen van Gillis De Clerck voor 2 jaar de maandagse mis te celebreren: 4-0-0
  • op 10 april 1772 van de heer De Moor, rentmeester van de abdij voor 6 maanden competentie pastoreel tot Kerstmis 1771: 200-0-0
  • van Gillis Van Cauwenberghe en Peter De Man voor de verkochte hopstaken van de hofstede Den Conckel: 60-14-1
  • op 3 juni 1772 ontvangen van Judocus Verbeeren voor 2 viertelen tarwe, Assese maat, voor de jaren 1765 tot 1771: 12-15-3
  • ook op 3 juni van Martinus Berlo voor 125 bussels gerststro: 2-10-0
  • op 21 april 1772 ontvangen van de kopers de koopsom van de hofstede Den Conckel: 1 991-17-3; met de intrest: 2-2-0
  • van de heer pastoor van Essene voor de taxatie van het houtwas in Den Torreput: 135-5-0
  • van deprijs van het land op Het Torreken, Moortel en Den Govaert: 56-3-0
  • van de pastoor van Teralfene voor zijn overname van wijn en brandhout: 87-3-0
  • van de weduwe Michiel Wauters voor een jaar intrest op 11 februari 1772: 1 772-6-0
  • van Guillam Van den Bossche, rentmeester van de Kerk van Essene bij de liquidatie en de afrekening: 29-11-1
  • van de rentmeester van de armen van Essene bij de afrekening van de rekening, van arme lijken en jaargetijden: 39-2-0.
                                                               
De som van de totale ontvangsten beloopt tot 5 291-0-2.
 
 
De uitgaven
 
  • aan Philippus Buls voor zijn drie dagen als verkoper en enkele voorschotten: 7-0-2
  • aan Jacobus De Swert voor de pleckbilletten (affiches): 2-8-0
  • op 16 januari betaald aan Jan Schoonjans voor de levering van planken en het maken van de doodkistvan de pastoor: 17-0-0
  • aan pater Pacificius Van der Auwera voor zijn legaat: 25-0-0
  • aan Martinus Lely voor zijn vrouw en dochters volgens kwitantie: 8-15-0
  • aan Françoise Van Boxel: 49-13-3
  • aan de strodekker en zijn helper en voor enige wissen: 3-7-2
  • aan Gillis De Vis voor zijn daguren: 7-18-1
  • op 10 februari 1772 betaald aan advocaat De Naechtegael voor zijn devoiren ende pretensiën: 58-19-3
  • aan sieur Franciscus Provost voor een stuck wijn door hem geleverd voor de pastoor op 15 mei 1771: 137-4-2
  • een brief van Mechelen ontvangen en de port betaald: 0-3-0
  • aan de brief aan de pastoor van Hekelgem gezonden en de port betaald op 26 mei 1771: 0-5-0
  • aan de heer landdeken voor zijn stipendium voor de lijkdienst van de pastoor: 24-0-0
  • op 7 maar 1772 betaald aan F. Alexander te Sint-Katharina-Lombeek, sacrista van het klooster van Onze-Lieve-Vrouw-Ter Muilen voor het celebreren van de vroegmis van 16 juni 1771 tot 15 december 1771: 44-8-0
  • aan dezelfde betaald volgens kwitantie voor het celebreren van 400 missen tot lafenis van de ziel van pastoor De Swert: 160-0-0
  • aan F. Slagmulders, sacrista der paters van Onze-Lieve-Vrouw te Aalst voor het celebreren van 100 missen tot lafenis van de ziel van de pastoor: 40-0-0
  • voor het opzoeken van de erfbrief van de hofstede Den Conckel bij de griffie van Asse: 2-8-0
  • aan de heer Viron voor een jaar pacht van 1771: 28-0-0
  • aan de heer dokter Meert te Aalst voor zijn visites tijdens de ziekte van de pastoor: 21-0-0
  • aan zuster Clara Jaspers te Aalst voor de 100 missen die de paters minderbroeders hebben gecelebreerd: 40-0-
  • aan notaris Parewijck te Aalst voor 400 missen die de paters kapucijnen hebben gecelebreerd voor de zielenrust van de pastoor: 160-0-0
  • aan B.F. De Witte voor drie jaar cijns aan de abdij vanaf 1771: 1-17-1
  • brief ontvangen van Françoise Van Boxel en de port betaald: 0-1-0
  • aan Martinus De Bus voor het verleggen van de zerksteen, het kappen van het opschrift en de voorschotten: 5-10-0
  • aan Louis Rogiers volgens kwitantie: 18-4-0
  • op 16 maart 1772 betaald aan zuster Suzanna Van der Auwera, religieuze in het klooster te s’ Hertogenbosch, haar legaat: 25-0-0
  • 6 potten bier aan de kopers van de hopstaken gegeven: 0-12-2
  • aan Petrus Romanus Van den Abeele, zijn legaat: 50-0-0
  • 2 brieven ontvangen van pater Pacficius en zuster Suzanna en de port betaald: 0-4-0
  • brief ontvangen van notaris Walrave ns van Mechelen en de port betaald: 0-2-0
  • een antwoord op die brief geschreven: 0-6-0
  • naar Hekelgem bij de executeur van het testament geweest: 2-8-0
  • op 28 januari 1772 aan de griffier van Asse voor de kosten van de verkoop van de meubelen: 103-19-0
  • op 12 mei 1772 betaald aan dezelfde voor de cassatie van de renten: 1 300
  • op 1 mei 1772 betaald aan sieur Dominicus De Bie de afbetaling van de kapitale rente van 1 300 gulden: 1516-13-1
  • aan dezelfde betaald al de openstaande renten: 40-2-0
  • aan de notaris Seghers: 9-9-0
  • aan Judocus Plas volgens kwitantie: 23-5-2
  • op 3 juni 1772 aan Judocus Verbeiren, collecteur van Essene, voor de beden en 20ste pennin van 1771 en voor de oncostboecken van 1770 en 1771: 21-6-1
  • aan Peter Van Overstraeten: 3-10-0
  • aan E.H P.H. De Kelver, coadjutor in Essene, voor het 30ste voor pastoor De Swert: 15-0-0
  • aan Peter Van de Velde, koster van Hekelgem, voor de geleverde kaarsen en andere kosten: 62-15-1
  • aan Jan Amerijckx voor het afleggen van het lijk: 3-17-0
  • aan Gillis De Clerck voor het uitdelen van het legaat voor de armen: 14-0-0
  • aan pater Celestinus van Sint-Albino-Onze-Lieve-Vrouw voor vier intenties gecelebreerd en gezongen voor de overleden pastoor: 3-5-2
  • aan Jan Van Bremptvoor een tafel bij hem door de erfgenamen gekocht voor de koopdag en nadien verkocht aan Catharina Cornelis: 1-17-3
  • aan notaris F.M. Crick voor zijn devoiren en voorschotten in het opstellen van het testament: 39-6-2
  • het tantième voor de rendant aan 3%: 125-10-0
  • voor de notaris voor de kopies van de akten: 18-0-0
  • aan Françoise Van Boxel voor haar jaar huur: 17-0-2
  • aan Françoise Van Boxel volgens de conventie van 15 januari 1772 over de helft van Den Conckel: 384-6-2
  • aan Peter Van Overstraeten, officier van Essene, voor het vermanen van enige personen: 0-14-0
  • aan de pastoor van Teralfene voor de helft van de goederen, het houtwas en cijnsen: 106-16-2
  • wat bij Arents werd gekocht: 11-11-0.
                                                                                                           
De totale uitgaven bedroegen 3 466-13-0. Het saldo van inkomsten en uitgaven leverde voor de erfgenamen een bedrag op van1 824- 7-2 dat zij op 19 augustus 1772 ontvingen.
 
 
Besluit
 
Hoe Petrus De Swert als pastoor was, weten we niet, maar als burger deed hij het goed. Hij was een bemiddeld man met meerdere eigendommen, verpachtte land en kon meerdere leningen toestaan. Hij bezat waardevolle meubelen en een behoorlijke bibliotheek zoals blijkt uit de bedragen van de verkoop. Als een geslaagd zakenman verkocht hij granen, hooi, aardappelen, bonen, klaveren en hop. Zijn bezittingen liet hij hoofdzakelijk na aan zijn familieleden, maar ook zijn meid en anderen konden rekenen op zijn vrijgevigheid. Bovenal echter was hij bezorgd om zijn zielenheil.
 
 
[1] R.A. Leuven, notariaat Martinus FranciscusCrick, notaris te Asse van 1748 tot 1796.
 
[1] W. VERLEYEN, Meldert, Geschiedkundige verhandeling met inventarisatie van zijn straten en gebouwen, Genootschap van Aalsterse Geschiedenis, 1980, p. 161.
 
 
 
Tekst: Edmond SCHOON & Ben VERMOESEN
 
 
 
Copyright © 2019 Gemeentelijke Heemkundige Kring Belledaal Affligem
 
Bellestraat 99, 1790 Affligem
VOLG ONS OP FACEBOOK
Terug naar de inhoud